Door de voortdurende groei van de bevolking en economie is er een groeiende nood aan ruimte voor residentiële en commerciële activiteiten. Zonder aangepast beleid neemt hierdoor de versteende ruimte verder toe. Nieuwe bebouwing beïnvloedt verschillende milieuaspecten zoals: versnippering, luchtkwaliteit, waterkwaliteit, groene ruimte en gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Inefficiënt landgebruik eist een harde tol voor het beheer van nutsvoorzieningen, maar zet ook een rem op de ontwikkeling van bestaande en nieuwe open ruimtefuncties zoals voedselvoorziening, buffering van water, opwekking van hernieuwbare energie, enz. De processen die de ruimtegebruiksveranderingen aansturen zijn echter complex en sterk verweven.
Inzicht krijgen in de manier waarop ze doorwerken in tijd en ruimte en er beter vat op krijgen, vergt geavanceerde instrumenten die pas in de laatste tientallen jaar ontwikkeld en beschikbaar zijn geworden.
In 2007 startte VITO in samenwerking met de Founding Fathers aan de ontwikkeling van een ruimtelijk-dynamisch landgebruiksmodel met als doel zo getrouw mogelijk, en op een hoge resolutie van 1ha, de bestaande toestand en mogelijke ontwikkeling van het veranderende landgebruik in Vlaanderen in kaart te brengen onder de vorm van tijdreeksen van landgebruikskaarten en van het landgebruik afgeleide ruimtelijke indicatoren.
Het RuimteModel onderscheidt daarvoor een 40-tal landgebruiksklassen. Het rekent in jaarlijkse tijdstappen voor periodes tot 50 jaar in de toekomst en levert daarbij cartografische en andere kwantitatieve output voor elke jaar. Een tastbaar voorbeeld van de output is te raadplegen in de online Indicatorenatlas die in het kader van de Milieu- en Natuurverkenning 2030 tot stand kwam.
Het RuimteModel Vlaanderen wordt momenteel ingezet door diverse partijen binnen de Vlaamse Overheid, waaronder Ruimte Vlaanderen, VMM, INBO, VREG, VLM, LNE, ANB, OVAM, Agentschap Innoveren & Ondernemen en VVC, provincies, met name de Provincie Limburg en steden, waaronder Gent.